Gesprekken oefenen maakt je een overtuigend schrijver

Overtuigend schrijven is voor veel studenten niet gemakkelijk; het is lastig om te bedenken wat je tegenstander zou kunnen zeggen. Je denken is begrensd.
Nu is uit eerder onderzoek gebleken dat discussie-opdrachten voor studenten onderling, studenten kan helpen om die grenzen te slechten, maar nu heeft Columbia University  aangetoond dat het bedenken van conflicterende meningen zorgt voor een beter onderzoek van het probleem dat je moet oplossen.

60 studenten werkten aan een opdracht. Het moest gaan over de twee burgemeesterskandidaten.Van te voren hadden ze allemaal een  lijst van problemen gekregen in de stad en een lijst van oplossingen die de kandidaten hadden voorgesteld. Sommigen van hen moesten een dialoog beschrijven tussen TV-commentatoren en sommige van de studenten werden kregen dezelfde informatie, maar moesten een overtuigend essay schrijven over de kandidaten.
En wat bleek? De dialoog-schrijvers bleken beter in het direct vergelijken van de twee kandidaten en het beschrijven van de problemen en de voorstellen van de verschillende kandidaten mèt onderbouwing.

Toegegeven, het is onderzocht bij een kleine groep adolescenten (60) die waarschijnlijk een aardig IQ hebben, maar het begin is er. Misschien is het dus niet eens zo gek om je dialogen voor te stellen.

 

Meer lezen? Julia Zavala, Deanna Kuhn. Solitary Discourse Is a Productive Activity. Psychological Science, 2017; 095679761668924 DOI: 10.1177/0956797616689248
klik

Waarom je jezelf af en toe zou moeten filmen

“Oh nee, mijn haar zit vreselijk”
“Djiezes … sta ik ECHT zo !!”
” Is dat echt hoe mijn stem klinkt?”

Zomaar een greep uit de reacties van studenten op het zien van filmpjes van hun presentaties.

Toch tonen presentatietrainers dat soort filmpjes niet om studenten te martelen of om eens lekker mensen een ongemakkelijk gevoel te geven.

Wij weten echt wel dat het niet leuk is.

Maar we doen het,  omdat je pas je lichaamshouding kunt aanpassen als je jezelf gezien hebt. Ik heb er geen bloedstollend bewijs voor, alleen ervaring: als je jezelf hebt zien friemelen met je handen, kun je het jezelf beter afleren dan wanneer een trainer het slechts tegen je gezegd heeft.

screen-shot-2017-02-21-at-13-55-34
gefilmd tijdens college

Dat is ook de reden dat ik zorg dat ik zelf van tijd tot tijd gefilmd word: als presentatietrainer moet ik scherp blijven, blijven snappen wat je kunt doen met je lichaamshouding, mezelf blijven verbeteren. En ik doe het ook uit solidariteit met mijn studenten: ook ik voel me ongemakkelijk als ik mezelf terugzie. Ook ik vind van mezelf dat ik een rare stem heb. Heus. Maar je moet daar voorbij leren kijken om te blijven leren. Probeer maar!

De retorische driehoek

Waarschijnlijk is slechts 20% van al het werk van Aristoteles bewaard gebleven. Het is dus eigenlijk een wondertje dat we de Retorica nog hebben: het boek dat hij in de 4e eeuw voor Christus schreef. Je kunt het zien als een handboek over de kunst van het overtuigen. Zijn ideeën nog steeds de fundatie voor onze manier van argumenteren en overtuigen.
De retorische situatie die hij beschreef, wordt vaak in beeld gebracht door middel van een driehoek. Hoe die in elkaar steekt, vertel ik je in deze blog.

degpeoeIn de retorische situatie, die dus volgens Aristoteles ten grondslag ligt aan elke vorm van communicatie, vind je drie onderdelen:
1) the voice: de auteur: spreker / schrijver
2) the intended audience: het publiek (de doelgroep qua lezers of luisteraars)
3) the subject: wat de spreker/schrijver wil overbrengen

Elke punt in de driehoek vertegenwoordigt één van die drie onderdelen. Door een driehoek te gebruiken, kun je goed laten zien hoe wederzijdse afhankelijkheid werkt.Elke zijde van de driehoek laat een relatie zien tussen twee onderdelen. Dus, je ziet:
De toon: de connectie tussen spreker en het publiek
De attitude: hoe de spreker zich verhoudt tegenover zijn boodschap
De receptie: hoe het publiek de boodschap oppakt

imagesDe drie andere termen die belangrijk zijn in Aristoteles’ werk zijn ethos, pathos en logos.
Deze drie termen kun je ook een plek geven in de driehoek. Daarover een volgende keer!

 

 

 

Foto van de blauwe driehoek door Roel Wijnants: https://www.flickr.com/photos/roel1943/8245016471/

Prijsvraag voor een positief Rotterdam

Maarten Hajer, faculteitshoogleraar Urban Futures aan de Universiteit Utrecht, zegt in NRC dat de taal van de klimaatwetenschap buitengewoon ineffectief is in het tot stand brengen van verandering. Hij heeft daarom een prijsvraag bedacht om erachter te komen hoe steden zouden kunnen functioneren zonder fossiele brandstoffen.

En voor wie is die prijsvraag? Voor creatievelingen, zegt, Hajer:”De klimaatcrisis is voor mij echt een crisis van de verbeelding. Het is moeilijk om je een nieuwe stad voor te stellen. Mensen zoeken hun zekerheid voor de toekomst in het verleden. Dat is schijnbaar overzichtelijk. Maar een positief toekomstbeeld biedt mensen iets om naartoe te bewegen. Dat is van levensbelang, voor mensen, maar ook voor het bedrijfsleven. Onzekerheid is de dood in de pot voor de economie.”

Kun jij iets met Rotterdam? De prijsvraag start vandaag: http://www.postfossil.city/

 

 

Maar wat moet ik aan? 3 tips over kleding en presentaties

Ik ben geen stylist. Sterker nog: er zijn dagen dat je mij ziet rondlopen en denkt: van haar neem ik geen kledingadvies aan. Toch ga ik me vandaag wagen aan een blog over kleding bij presentaties, omdat ik denk dat jullie soms net zo worstelen met de grote vraag die ons dagelijks weer bezighoudt: wat moet ik aan?

  1.  Aanpassen aan het publiek
    Wie geloofwaardig wil overkomen, kan het best proberen over te komen als een onderdeel van de groep. En soms, als je docent bent bijvoorbeeld, net een beetje daarboven.
    Weet je niet wat de stijl van het evenement is? Het is geen schande om er simpelweg naar te vragen. Goede congres-organisatoren laten meestal wel aan je weten wat de dresscode is, maar even zo vaak wordt vergeten om sprekers goed te briefen.
  2. Zorg dat er niet te veel aandacht naar je kleding gaat
    Als je weet wat de stijl van het event is, zorg dan dat je niet enorm overdressed of underdressed bent.Als je begint te praten, moet het publiek niet afgeleid worden door je kleding. Zorg dat ze niet te veel op je kleding zullen letten. Lijkt een paradoxaal advies in een blog over kleding, maar soit.
    Dat betekent ook: geen enorme decolletés, geen teksten op je kleding (alleen als je er wat mee doet) en zorg hoe dan ook dat  je geen afleiding vormt.
  3. Wees schoon en netjes
    Dit advies lijkt een énorme open deur, toch zag ik reeds ontelbare keren studenten-met-koffievlekken spreken voor een groep.Dus ik noem het nog maar even.
    Zelf ben ik een klunzige knoeier. Ik maak al een vlek als ik een kop thee drink. Daarom heb ik als ik ergens moet spreken altijd deodorant en babydoekjes bij me. Met babydoekjes kun je zo’n beetje alle vlekken weg krijgen, zoals meel van ciabattabroodjes (één van mijn valkuilen)  en tandpasta.

 

 

 

 

 

 

 

 

9 vragen om rekening mee te houden in je publieksanalyse

 

Het moeilijkste van spreken voor een groep is dénken als die groep. En dat terwijl publieksanalyse, je dus levendig voorstellen dat je die groep bent,  de sleutel tot een goede tekst of presentatie. Hoe pak je dat aan? Om je op weg te helpen hierbij 9 vragen die je jezelf moet stellen voordat je gaat presenteren:

  1. Hoe oud zijn ze?
    Het hoeft niet per se belangrijk te zijn, maar voor sommige onderwerpen is het cruciaal om te weten of je tegen tieners of pensionado’s spreekt. Zorg dus dat je een beeld hebt van de leeftijd van je publiek en pas je referenties erop aan.
  2. Spreken ze hetzelfde jargon als jij?
    Kennen ze de terminologie die je gaat gebruiken? Als dat niet zo is, zul je veel moeten uitleggen. Dat maakt uit voor de lengte van je presentatie. Misschien zul je onderdelen moeten schrappen.
  3. Met hoeveel zijn ze?
    Het maakt nogal uit of je voor een zaal met 100 man spreekt, of een zaal met 10. Toch vergeten veel sprekers zich voor te bereiden op de grootte van de zaal en het publiek.
  4. Lijk je op ze?
    Ben je, qua gender, leeftijd, opleidingsniveau en beroep een beetje hetzelfde als je publiek, of  kom je uit een heel andere hoek? Als je gezien wordt als buitenstaander, beïnvloedt dat je verhaal.
  5. Wat weten ze al?
    Wat weten ze al over jouw onderwerp? Wat nog niet? Wat men al weet, hoef je niet nodeloos te herhalen.
  6. Wat willen ze weten? Wat moeten ze weten?
    Maak twee slides waar deze vragen in ieder geval op worden beantwoord en werk ze verder uit.
  7. Wat vinden ze ervan?
    Staan ze neutraal tegenover je onderwerp? Zullen ze het met je eens zijn? Of zullen ze het met je oneens zijn? Bereid je voor.
  8. Zijn ze vrijwillig aanwezig of niet?
    Het spreekt voor zich, maar aan mensen die niet vrijwillig aanwezig zijn zul je je onderwerp meer moeten verkopen dan aan  mensen die zich vol enthousiasme hebben aangemeld.
  9. Op welke tijd van de dag houd je je speech?
    Hebben ze al twintig sprekers gehoord? Ben je de eerste? Komt na jou de lunch? Allemaal factoren om rekening mee te houden.

 

 

Drie manieren om flierefluiten onderdeel te maken van je werkdag (en waarom dat zo goed werkt)

Ledigheid is des duivels oorkussen, is een oud Nederlands spreekwoord. Wie niets doet, gaat immers lopen lummelen en komt in contact met het loerende kwaad. Als je hard werkt en niet loopt te lapzwansen, krijgt de duivel geen kans. Zulke denkbeelden zijn nog steeds alomtegenwoordig. Activiteit wordt gezien als iets goeds en flierefluiten schiet niet op.
Maar even andere dingen doen, is juist belangrijk voor ons brein. Even flierefluiten dus. Het maakt je op de lange termijn productiever en minder moe. Hoe pas je flierefluiten toe in je dagelijks leven? Ik geef hierbij drie tips:

Tip 1: maak een buffer
Zeker als je moe bent, kom je in de verleiding om dingen te gaan doen die we “lekker” vinden, zoals online shoppen of een serie kijken op fijn een stukje twitteren. Maar, zoals je in dit artikel kunt lezen,dat loont niet.
Wat wel loont? Korte pauzes waarin je jezelf even helemaal afsluit van alles wat op werk lijkt. Dus: even dagdromen, op een bankje zitten of met je collega kletsen over de nieuwe vlam van Peter Buwalda. Flierefluiten dus.
Wie even iets anders doet, creëert een buffer in het brein waardoor je je werk beter aankunt. Echter, als je bijvoorbeeld Twitter gaat zitten lezen, gebruik je dezelfde mentale processen als wanneer je aan het werk bent. Dan creëer je dus geen buffer. Sterker nog: je vermoeit jezelf alleen maar meer.

Tip 2: neem pauzes, ook als je je (nog) energiek voelt.
flierfluiterAls je in de morgen denkt dat je de wereld aankunt, lijkt het niet echt nodig om pauzes te nemen. Nee joh, dan trekken we gewoon even door, toch?
Nou,  aan Baylor University ontdekten ze dat veel kleine pauzes het best werken. Als je al vroeg op de dag kleine pauzes neemt, word je minder snel moe en hoef je dus minder te herstellen.

Tip 3: ga je kantoor uit

Zelfs in de bedrijfskantine of bij het koffieapparaat ben je in functie en kun je dus niet echt ontspannen. Het wordt aangeraden om, zeker één keer per dag, helemaal uit je werkomgeving te ontsnappen. Even naar buiten gaan, zorgt dat je minder moe bent aan het eind van de dag volgens onderzoek.

image credits: https://www.theatlantic.com/world/

4 tips voor omgaan met een stroeve groep

In 2004 zette ik mijn eerste stappen in het onderwijs, toen ik ging werken als museumdocent bij Museum Boerhaave in Leiden. Ik gaf workshops aan middelbare scholieren over gezondheid en biologie en ik gaf rondleidingen aan allerhande groepen.
Ik moest aan Boerhaave denken toen ik  een werkgroep gaf aan een groep in september. Ze waren rustig en stil, dat was een feit, maar er was iets met ze. Ze mailden niet terug, ze zeiden niets in de les. Er was geen direct conflict ofzo, maar het schuurde.
Dat gebeurde in Boerhaave ook wel eens. Scholieren die laks me aan sloften, ongeïnteresseerde of juist vijandige blikken, meisjes die niet om mijn grapjes lachten. Ik had daar toen last van en ik heb het nu nog steeds: ik wil dat het gezellig is in mijn groep.

Ik schreef toen iets over groepen en destilleerde daaruit 4 tips. Bij dezen deel ik ze met je:

1. be the change
Laat zelf tegenover de groep het goede voorbeeldgedrag zien. Neem de studenten zoals ze zijn, toon respect, wees vriendelijk tegen allemaal en blijf dat ook.
Mensen zijn geneigd om de stemming over te nemen die de docent op hen afvuurt. Dus, als jij er staat omdat het moet en je lessen afdraait als een verplicht nummer, zullen zij dat oppikken en ook niet harder voor jóu lopen dan nodig.  Vrolijk zijn, of in ieder geval vrolijk overkomen, kan dus ook aanstekelijk werken.En daarbij geldt het oude adagium: fake it till you make it.

2. laat je zien
Zorg dat de studenten meer van elkaar (en van jou) te weten komen. Wat onbekend is, is vaak niet zo leuk. Wat bekender is, wordt vaak leuker. Als je een mens blijkt te zijn, oogst dat vaak meer waardering dan wanneer je op je voetstuk blijft staan.

3.bespreek het
Problemen gaan vaak niet vanzelf over. Het kan zijn dat studenten helemaal niet weten wat voor effect hun gedrag heeft en ook niet doorhebben wat ze doen. Dan kan het een goed idee zijn, om hen dit te vertellen. Maak het bespreekbaar. En doe dat, als het even kan, met een ik-boodschap. Dus,formuleer wat jíj wilt en waaraan jij behoefte hebt. Het voorkomt dat de ander je opmerking opvat als een beschuldiging.
justDe ik-boodschap brengt beter over wat je wilt bereiken en gaat minder in op de ergernis of belemmering die jij ervaart.


4. They’re just not that into you. So move on.

Lesgeven is soms net daten: soms heb je een vonk en soms niet. Als je stap 1 t/m 4 hebt toegepast en krijgt nog steeds geen respons …. geef het dan gewoon op. Trek niet aan een dood paard. Soms klikt het niet. Dat is helemaal niet het eind van de wereld. Move on.

picture credits: https://www.flickr.com/

Repliek van Katie Mack gaat de hele wereld over

Twitteren als wetenschapper? De meningen zijn erover verdeeld. De ene groep wetenschappers gruwt ervan alles in 140 tekens te moeten proppen, maar er is ook een groep die twitter een krachtig middel vindt om de wereld op de hoogte te houden van onderzoek.
Dr Katherine (Katie) Mack behoort tot de tweede groep. Katherine is theoretisch astrofysicus en wil nieuwe manieren vinden om te leren over het vroege universum. Ze werkte bij  Caltech, Princeton en Cambridge en is nu verbonden aan Melbourne University. Katie deed onderzoek naar zwarte gaten, de snaartheorie en de formatie van de eerste melkwegen in het universum en als @AstroKatie  gebruikt ze Twitter om wetenschap verder te laten reiken.

don’t feed the trolls.
Wie twittert, of zich op een andere manier in de spotlight zet, komt vroeg of laat negatieve reacties tegen. Het belangrijkste aan twitteren is dan ook : don’t feed the trolls. Niet op reageren dus, geen aandacht aan schenken dan gaat het meestal vanzelf over.Lekker in hun eigen sop laten gaar koken dus. Een wet die natuurlijk veel ouder is dan het internet, maar op het internet weergaloos blijkt te gelden.

klimaatverandering
Katie heeft echter nogal eens last van trollen. Ze is eerlijk en uit haar mening op scherpe wijze; dat trekt blijkbaar nare reacties aan van anonieme twitteraars.
Op een dag keek ze naar een uitzending over klimaatverandering op de Australische televisie. Ze ergerde zich toen één van de panelleden beweerde dat NASA gegevens over klimaat vervalst had.
“Het is zo frustrerend om met dit soort ontkenningen om te gaan” schreef @astrokatie in een tweet. De reactie die ze toen kreeg, van een trol, was:

screen-shot-2016-10-21-at-11-18-26

Haar antwoord:

Screen Shot 2016-10-21 at 11.21.00.png

Wat de trol terug zei is overigens niet bekend, ook zijn (?) identiteit is tot nu toe een raadsel.
Maar hoe het ook zij: deze tweet ging viral. Over de hele wereld werd dit gesprek gelezen en Katie werd online toegejuicht. Niet alleen omdat Katie veel volgers heeft die dit bericht konden verspreiden, maar ook omdat J.K. Rowling haar online in het zonnetje zette:

screen-shot-2016-10-21-at-11-23-44

Moraal van dit verhaal? Of wetenschappers nu willen twitteren of niet, als ze de arena in gaan zullen ze moeten leren omgaan met trollen. Het moet bij je passen. Sommigen hebben voor zoiets een natuurlijk talent gekregen. En wat hulp.